P&O binnen, buiten en boven de lijn

Enkele weken geleden kopte een van mijn favoriete vaktijdschriften groots op de voorpagina dat het beveiligingsbedrijf Trigion hun HR (jargon voor P&O) weer “uit de lijn” hadden gehaald. En dat geheel tegen de trend in, zoals directeur HR, Marleen Berk, trots meldde.

De discussie over rol en positie van P&O woedt al jaren en gaat bij voorstanders van P&O “in de lijn” steevast gepaard met de conclusie dat de P&O-afdeling dus kan worden opgeheven. Gek hè, dat lees ik nou nooit over de positie van financiën, ict of zelfs maar van facilitaire zaken. Of het zou moeten zijn dat de koffiejuffrouw in de meeste bedrijven inmiddels is vervangen door een woud aan koffiemachines op de vensterbank.  Ik zou best een onderzoek aandurven naar de vraag of iedereen daar nu wel zo gelukkig mee is, maar dat terzijde.

Onzindiscussie

De steeds weer opkomende discussie over de rol en positie van P&O is een absolute onzindiscussie. Hoe vaak hoor ik niet dat personeel de belangrijkste bedrijfsbron is die het verschil kan maken tussen goed en slecht functioneren? We zetten de waarde van personeel niet als kapitaal op de balans en vragen ons dan ook nog af of we het beheer en onderhoud niet beter als bijtaak bij lijnmanagers moeten beleggen.  Dat zou, nogmaals gezegd, geen enkel zinnig denkend mens bedacht hebben over de zorg voor onze centen, grondstoffen of gebouwen.

Toch gebeurt het voortdurend en ik weet ook waarom. P&O-werk is weliswaar een professie met enorme lange en brede geschiedenis, met grote expertise en met  vele specifieke methoden en technieken, maar we geloven daar als P&O-er soms zelf niet in.

Is P&O het “appelvrouwtje”  of een serieuze business partner?

P&O als het appelvrouwtje dat de appels hier en daar oppoetst en recht legt, een blikje nieuwe appels open trekt of de rotte appeltjes uit de mand haalt. Die rol kan de organisatie inderdaad best missen. Maar wat de organisatie niet kan missen is strategisch meedenken over rol en bijdragen van werknemers, kennis en advies over duurzame inzetbaarheidbeloningssystemen die ouderen niet onnodig uit de markt prijzen of het opzetten van logische loopbaanpaden door de gehele organisatie heen. Dat verwacht je toch niet van de lijnmanager die is ingehuurd om het primaire proces van zijn eigen afdeling in goede banen te leiden en profijtelijk te houden?

P&O is overal: binnen, buiten en boven de lijn

Stop de discussie over of P&O wel nodig is er wáár de verantwoordelijkheid dan moet worden gelegd. De zorg voor personeel moet overal zijn: zowel binnen, buiten àls boven de lijn. P&O “in de lijn” impliceert lijnmanagers die zich verantwoordelijk voelen voor (het handelen en de kwaliteit van) hun mensen en voor voldoende expertise om het werk te doen.

En dat heeft niet alleen te maken met instroom, doorstroom en uitstroom maar ook met vertrouwen en feedback geven, verantwoordelijkheden toedelen en verantwoording laten afleggen. P&O “buiten de lijn” is niet alleen nodig als “administratiekantoor” maar vooral als expertisecentrum voor methoden en technieken en als vraagbaak bij problemen en adviseur bij innovatie van werkprocessen.

Vergeet bij P&O “buiten de lijn” ook  niet de externe leveranciers van kennis en expertise die niet structureel binnen de organisatie beschikbaar hoeft te zijn (functiewaardering, belonen, outplacement, assessments, etc.). Financiën raadpleegt toch ook zijn accountant als ze het even niet meer weten?

En ten slotte zit P&O idealiter ook bóven de lijn. Niet alleen CEO’s, CFO’s en CTO’s in directies en RvB’s  maar ook CHO’s (chief HR officers). En dan niet als schaamlap maar als de echte vertegenwoordiger en hoeder van het belangrijkste kapitaalgoed van de onderneming.
P&O is overal en dat is hard nodig!

Wiets Lysen, Symionaut